Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (The Digital Library of Dutch Literature is a collection of primary and secondary information on Dutch language and. Grootneerlandisme is het staatkundige streven om Vlaanderen en Nederland te verenigen in een unitaire, federale of confederale Nederlandstalige staat. Geschiedenis van het Nederlands - Wikipedia. Het Nederlands is een Indo- Europese, Germaanse taal die vooral in Nederland, Vlaanderen en Suriname wordt gesproken. Het is nauw verwant met de andere West- Germaanse talen: Engels, Fries, Duits, Nederduits, Letzeburgs, Jiddisch en de dochtertaal. Afrikaans. Het Nederlands heeft als vroege voorouder het Oudnederfrankisch, een verzameling Istvaeoonse dialecten ontstaan na 5. ![]() ![]() West- Germaanse groep. Die is onder meer toe te schrijven aan twee ontwikkelingen: de Ingveoonse klankverschuivingen rond de Noordzee, en de Hoogduitse klankverschuiving in Zuid- Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, die in tegenovergestelde richting en in afgezwakte vorm over West- Europa trokken. Het Oudnederfrankisch vanaf 8. Ingveoonse kustdialect ook wel Oudnederlands genoemd, dat vanaf 1. Middelnederlands. Vanaf 1. 55. 0 ontwikkelt zich uit deze dialecten onder invloed van een streven naar uniformiteit en standaardisatie het Nieuwnederlands. Deze taal stond eerst onder sterke invloed van de Vlaamse en Brabantse dialecten en later van het Hollands. Daarnaast speelde het Limburgs een rol, en in mindere mate ook de Noordoostelijke dialecten: het Nedersaksisch. Geleidelijk groeien spreektaal en schrijftaal uit elkaar. In de 1. 7e eeuw zelfs zodanig dat een schrijftaal ontstond die tegenwoordig stijf en gekunsteld aandoet, vooral door sterke invloed van de woordenschat van het Frans en de grammatica van het Latijn. Een omgekeerde ontwikkeling vindt plaats vanaf eind 1. Nederlands. Stamreeks van het Nederlands. Het plaatje toont de verwantschap met de andere Germaanse talen binnen de Indo- Europese taalfamilie. Thomas Young was in 1. Alleen in Duitsland wordt iets vaker de term . Ook de door vele miljoenen mensen buiten Europa gesproken Indo- Iraanse talen zoals Perzisch, Sanskriet, Bengaals en Hindi behoren tot de Indo- Europese taalgroep. Voor de bakermat van het Indo- Europees wordt Anatoli. Daar zou in het vierde millennium voor Christus al een Indo- Europese taal gesproken worden. In het derde of tweede millennium voor Christus kwamen de sprekers van het Indo- Europees aan in Noord- Europa. Daar ontstond uit het Indo- Europees het Proto- germaans. Dit gebeurde aan de hand van klankverschuivingen die zijn omschreven door Jacob Grimm als de de Eerste Germaanse klankverschuiving. De p werd verzacht tot een f (pater . De stemhebbendeb en de d veranderden respectievelijk in hun stemloze tegenhangers p en t (labium . ![]() ![]() ![]() ![]() Ook de klemtonen op woorden werden anders. Oorspronkelijk zouden de eerste sprekers van het Proto- Germaans in de bronstijd in de regio rond Denemarken geleefd hebben. Integratietest.nl - Integratie, oranje, integratietest, integratie test, aangepast, Nederland, Allochtonen test, Nieuwe Nederlanders, Buitenlander, allochtoon. Belgen moppen. Je hebt gekozen voor de categorie: belgen! Hieronder hebben wij alle belgen moppen staan die over deze categorie gaan. De moppen zijn gesorteerd op. De evolutie van het moderne, hedendaagse Nederlands uit het Indo-Europees kan als volgt in een doorgaande lijn worden voorgesteld: Indo-Europees - West-Germaans. ![]() ![]() Van het Proto- germaans of Oergermaans hebben we geen directe gegevens in de vorm van geschreven bronnen. Het is alleen mogelijk deze taal te reconstrueren vanuit de latere Germaanse talen of door de Germaanse talen te vergelijken met andere Indo- Europesese talen. In de ijzertijd, dus vanaf circa 8. Chr., begonnen deze Germaanse stammen zich te verspreiden over een groter gebied. Waarschijnlijk woonden al voor 2. Chr. De grootste verspreiding werd bereikt in de eerste eeuw na Christus. Tijdens en na die uitbreiding viel de Germaanse taal uiteen in onderling steeds meer van elkaar verschillende dialecten. Tot de huidige Germaanse talen behoren naast het Nederlands (en het Afrikaans) ook het Engels, Duits, Fries en de Scandinavische talen. Het Nederlands valt volgens de traditionele opvatting onder de West- Germaanse talen, een subgroep van de Germaanse talen waartoe ook het Engels, Duits en Fries worden gerekend. Daarnaast wordt traditioneel een Noord- Germaanse tak onderscheiden, in Scandinavi. Het onderscheid tussen West- Germaans en Noord- Germaans is echter omstreden en deze begrippen worden in de moderne taalwetenschap niet meer zo vaak gebruikt als vroeger. Van Germaans tot Nederlands. Het is niet eens duidelijk of de dialecten ervan nauwer aan elkaar verwant waren dan aan andere Germaanse groepen. De invloed van deze Ingweoonse klankverschuiving op het Nederlands leidde tot een zekere nauwere overeenkomst met het Engels: de persoonlijke voornaamwoorden beginnen met een . Het gebied van de Nederlanden werd in de vroege middeleeuwen bevolkt door groepen die traditioneel in drie stammen worden ingedeeld: de Friezen, Saksen en Franken. Daardoor is de huidige verwantschap van het Nederlands en Duits (dat voor een belangrijk deel ook op het Frankisch is terug te voeren) ook groot, met name wat betreft de woordvolgorde. Naast deze oude stamindelingen is het mogelijk de continentale West- Germaanse dialecten in drie. Tegen de negende eeuw stokte deze beweging echter. De zuidelijke dialecten die erdoor volledig werden be. De Frankische en Saksische dialecten hebben noordelijke varianten die niet be. Ook de Nederfrankische en Nedersaksische dialecten in de Nederlanden maken deel uit van deze overkoepelende groep. Een bekend voorbeeld is de . In de late negentiende en vroege twintigste eeuw werd de tweedeling tussen een Nederduits en een Hoogduits vaak voorgesteld als de basis voor het huidige onderscheid tussen een Nederlandse en een Duitse nationale taal. Daarbij werd ook gesteld dat de schrijftaal van de Nederlanden en die van de Noord- Duitse handelssteden, de Hanzetaal, in wezen een eenheid zouden hebben gevormd. Deze vermeende eenheid was ook een motief voor een nationaal- conservatieve cultuurpolitieke stroming, de Nederduitse beweging. Wat naar huidige inzichten de Nederfrankische en Nedersaksische dialecten verbindt, is slechts het negatieve feit dat ze de Tweede Germaanse klankverschuiving niet hebben ondergaan. Het begrip . In het gebied van de West- Germaanse dialecten kwamen in de middeleeuwen verschillende standaardtalen tot ontwikkeling, waar het vanwege de verstedelijking en staatsvorming nuttig was over een groter gebied een gemeenschappelijke taal voor de handel en het bestuur te kunnen gebruiken. Vanwege deze oorsprong kan de westelijke tak van het Oudnederfrankisch als een vroegmiddeleeuwse voorloper van het Nederlands beschouwd worden die in deze context dan als Oudnederlands aangeduid wordt. Het Oudnederlands, dat wil zeggen de Nederfrankische dialecten zoals die tot circa het midden van de 1. Middelnederlands. Het Oudnederlands kende nog veel overeenkomende woorden en klinkers met het Oudengels en het Oudsaksisch. Dus exacte taalgrenzen bestonden nog niet. Een van de oudste . Het regeltje luidt: Tesi Samanunga vvas edele unde sconaof in het hedendaags Nederlands: Deze (klooster- )gemeenschap was edel en schoon. Middelnederlands. Het Middelnederlands is een voorloper van de moderne Nederlandse taal. Het werd ruwweg tussen 1. Nederlandse taalgebied gesproken en was de opvolger van het Oudnederlands. Het Noord- Middelnederlands wordt ook wel Diets genoemd, vooral door niet- taalkundigen. Verder bestaan ook Vlaams en Brabants in deze talengroep. Er was toen nog geen standaardtaal, maar alle Middelnederlandse dialecten waren vermoedelijk in meer of mindere mate wederzijds verstaanbaar. De spelling van het Middelnederlands volgde de spreektaal, die per streek sterk kon verschillen. Dit was aanvankelijk niet zo belangrijk toen er nog weinig in de volkstaal op schrift werd gesteld en de meeste mensen, buiten de hogere geestelijke stand, ook analfabeet waren en er dus niet veel gelezen werd. Gedurende de hele middeleeuwen werden alle belangrijke geschriften en offici. Voorbeeld vogala wordt vogele (in modern Nederlands: vogels). Hoewel er in het Middelnederlands veel meer is overgeleverd (in de vorm van handschriften en de vroegste gedrukte boeken) dan van Oudnederlands en dit de begrenzing in de tijd bepaalt, is het onderscheid dus mede taalkundig van aard: zie onder meer A. Quak en J. M. In het zogeheten Corpus Gysseling (1. Middelnederlandse teksten tot 1. Oudnederlandse teksten opgenomen. De grammaticale opbouw van Middelnederlandse teksten verschilt grondig met die van het moderne Nederlands. Waar naamvallen in de moderne taal beperkt blijven tot enkele uitzonderingsgevallen en versteende uitdrukkingen, zijn ze in het Middelnederlands nog volop aanwezig. De taal kent 4 verschillende naamvallen: de nominatief, de accusatief, de genitief en de datief. In de loop van de tijd is er een evolutie naar minder naamvallen merkbaar. Het naamvallengebruik heeft als gevolg dat er geen strikte woordvolgorde in een zin nodig is, wat voor iemand die Nederlands kent vaak vreemd kan aandoen. Vooral in rijmteksten wordt vaak de woordvolgorde aangepast. Als tweede valt ook de tweeledige ontkenning op. Een ontkenning bestaat uit twee delen, vaak 'niet' en 'ne'. Echte strikte regels bestonden er nog niet, dus uitzonderingen zijn volop waarneembaar. In het Middelnederlands kan men vijf hoofdgroepen aanwijzen: Brabants is de taal van het gebied waar nu de moderne Nederlandse provincies Noord- Brabant en de Belgische provincies Vlaams- Brabant, Antwerpen, evenals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de oostelijke gebieden van het huidige Oost- Vlaanderen, de noordelijke delen van Waals- Brabant en het zuiden van Gelderland en ligt aan de basis van het huidige gestandaardiseerde Nederlands; Hollands werd voornamelijk gesproken in de huidige provincies Noord- en Zuid- Holland en delen van Utrecht; Limburgs werd gesproken in het moderne Nederlands (ten zuiden van Venlo) en Belgisch Limburg; Oostmiddelnederlands werd gesproken in het gebied van de moderne provincies Gelderland (behalve het rivierengebied), Overijssel, Drenthe en delen van Groningen. De Oostmiddelnederlandse dialecten vormden de meest westelijke Nedersaksische dialecten. Vlaams (soms onderverdeeld in West- Vlaams en Oost- Vlaams) werd gesproken in de moderne regio van West- en Oost- Vlaanderen, alsmede in Zeeuws- Vlaanderen en Frans- Vlaanderen. De Limburgse en Oostmiddelnederlandse dialecten hebben ten dele mede de eigenschappen van respectievelijk Middelhoogduits en Middelnederduits.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
November 2017
Categories |